Marktontwikkelingen

Agrarische ondernemers zijn actief in markten waar zij over het algemeen weinig tot geen invloed hebben op de prijs van het eindproduct. Deze prijzen hebben echter wel een grote impact op hun bedrijfsresultaat. Dat was in 2017 ook het geval. De prijzen voor melk, vlees en eieren trokken in 2017 flink aan. De hoge vlucht die de varkensprijzen eind 2016 hadden genomen, vlakte in de loop van 2017 af, maar de prijzen liggen historisch gezien nog steeds op een redelijk hoog niveau. Veehouders wisten mede daardoor hun rendement in 2017 te verbeteren. 

Change layout to 2 columns

Deze rendementsverbetering voor veehouders is een welkome ontwikkeling, aangezien zij door de steeds striktere Europese wetgeving op het gebied van milieu en dierenwelzijn voor grote uitdagingen worden gesteld. ForFarmers ondersteunt boeren met duurzame Total Feed-oplossingen en advies. Daarmee kunnen zij hun rendement verder verbeteren.

Algemeen

De wereldbevolking blijft groeien en ook de welvaart neemt in veel gebieden toe, waardoor de vraag naar dierlijke eiwitten stijgt. Tegelijkertijd is er in de meer welvarende landen bij de productie van dierlijke eiwitten steeds meer aandacht voor de effecten op het milieu en het welzijn van mens en dier. Gezien de positie in de waardeketen, heeft de - vooral in het Westen opererende - diervoederindustrie een belangrijke rol in het oplossen van duurzaamheidsvraagstukken bij de productie van vlees, eieren en zuivel. Duurzaamheid is dan ook een integraal en vanzelfsprekend onderdeel van de bedrijfsvoering van ForFarmers. Het gaat hierbij om aspecten als de benutting van schaarse grondstoffen, de belasting van het milieu, aandacht voor mens en maatschappij en het behartigen van dierenwelzijn. ForFarmers wil in de veevoerindustrie voorop lopen met beleid ten aanzien van duurzaamheid, vooral op het gebied van grondstoffengebruik, productie & logistiek, en (voer)concepten gericht op efficiëntie en dierenwelzijn.

Grondstoffenmarkt

De belangrijkste grondstoffen die ForFarmers inkoopt, zijn graansoorten als mais, tarwe en gerst en plantaardige eiwitbronnen als soja-, raap- en zonnebloemschroot. Daarnaast vormen vezelrijke grondstoffen een belangrijke categorie. Hieronder vallen onder andere co-producten uit de zetmeelindustrie en de oliezadenverwerking, en producten die ontstaan bij de droge vermaling van granen. Andere categorieën zijn vetten en oliën en de zogeheten voeradditieven zoals aminozuren, vitamines en mineralen.

De oogsten van granen en oliezaden waren in 2017 wereldwijd goed, waardoor de prijzen in de tweede helft van het jaar daalden. Er is overigens een heel scala aan factoren van invloed op de kostprijs van grondstoffen, zoals de kosten van productie, opslag, transport (waterstanden in rivieren) en energie. Door een brand bij een leverancier van vitaminen in Duitsland ontstond bijvoorbeeld een tekort aan de belangrijke voeringrediënten vitamine A en E, wat een prijsopdrijvend effect had. Maar ook speculanten op termijnmarkten en valutaontwikkelingen beïnvloeden de prijsontwikkeling van grondstoffen. Grondstofkosten vormen een aanzienlijk deel van de kostprijs van voer en veranderingen in deze kosten worden doorgegeven aan de klanten. Het inkoopproces en de combinatie van grondstoffen in het voer (de formulatie) zijn daarom zeer belangrijke activiteiten binnen ForFarmers.

De inkoop van grondstoffen kan worden opgesplitst tussen micro-ingrediënten (zoals aminozuren en mineralen) en macro-ingrediënten (grondstofgroepen als granen, plantaardige eiwitten, vezelrijke grondstoffen en plantaardige oliën). Bij de inkoop van micro-ingrediënten en premixen profiteert ForFarmers van schaalvoordelen door dit zo veel mogelijk te concentreren bij de strategische partner Nutreco. Bij de inkoop van de macro-ingrediënten richt ForFarmers zich vooral op de efficiëntie van het inkoopproces en de optimalisatie van de voersamenstelling binnen de gewenste nutritionele prestatie.

Agrarische ondernemers

De schaalvergroting en professionalisering van de agrarische sector zet zich onverminderd voort. Het is het antwoord van veehouders op de stijging van hun kosten door toenemende druk van retailers op (de prijs van) hun producten en de groeiende stroom wetten en regels, voornamelijk gericht op dierenwelzijn en het milieu. De bedrijfsvoering wordt steeds complexer en dat leidt tot een toenemende behoefte aan geïntegreerde oplossingen en aan goede monitoring van technische en financiële resultaten. De hoeveelheid vastgelegde data op dier- en bedrijfsniveau groeit sterk. ForFarmers stimuleert klanten om deze data structureel te monitoren en te benutten. Daartoe biedt de Onderneming programma’s aan die de data vertalen naar toepasbare managementinformatie. Op basis daarvan kan de veehouder het productieproces optimaliseren en het rendement verhogen. De toenemende digitalisering van de sector creëert nieuwe mogelijkheden om data op grote schaal te koppelen en te gebruiken voor hoogwaardige analyses. Die vormen de basis voor verbeteringen in het bedrijfsproces. In de akkerbouw wordt hier onder de noemer ‘Precision Farming’ al volop gebruik van gemaakt. ForFarmers verwacht ook in de veehouderij een versnelling van deze ontwikkeling en richt zich in toenemende mate op het up-to-date houden van kennis op dit vlak teneinde dit om te zetten in steeds betere dienstverlening aan klanten.

In de markten waarin de klanten van ForFarmers actief zijn, zijn diverse trends te ontwaren. Onder invloed van de verdere globalisering en toenemende welvaart in opkomende markten neemt de internationale handel in agrarische producten toe. Dit zorgt voor een gevarieerder exportpatroon dat landen minder afhankelijk maakt van één of enkele handelspartners. Verder groeit met name in West-Europa de interesse voor duurzame lokale en regionale producten. Hieruit ontstaan veel initiatieven gericht op een specifiek consumentensegment in de lokale markt.

Waarschijnlijk zal ook de Brexit een impact hebben op de internationale handel, maar het is nog steeds onduidelijk wat hiervan de gevolgen zullen zijn voor de agrarische sector in West-Europa.

Rundveesector

De melkproductie in Nederland en het Verenigd Koninkrijk was in 2017 stabiel, terwijl in België en Duitsland sprake was van een lichte groei. De melkprijzen hebben zich na het diepe dal in 2016, sterk hersteld in 2017. Dit komt vooral door de initieel afgenomen productie in onder andere Europa en een wereldwijd groeiende vraag naar melkproducten, vooral vanuit China. Voor de zuivelsector in Noordwest-Europa, met een productportfolio met hoge toegevoegde waarde en een sterke exportpositie, biedt dit goede toekomstperspectieven. Door het wegvallen van melkquota moet de sector echter rekening houden met een blijvende volatiliteit van de zuivelmarkt. In Nederland heeft vooral de melkveesector ook rekening te houden met het door de EU vastgestelde fosfaatplafond.

 

Varkenssector

Na een stabiel eerste kwartaal in 2017, stegen de varkensprijzen in het tweede kwartaal snel, mede onder invloed van een krap intern EU aanbod en een groeiende export naar landen buiten de EU. In de loop van het jaar herstelde de productie in de EU zich en liep de vraag vanuit China terug. Met als resultaat dat voor veel varkensvlees uit de EU een bestemming moest worden gezocht op de interne markt. Mede onder invloed van deze ontwikkelingen vielen in het najaar de prijzen terug naar het niveau van begin 2017. De Britse varkenssector kan slechts in circa 60% van de lokale vraag voorzien. Door de waardevermindering van het Britse pond is de noodzakelijke import, uit vooral Europa, duurder geworden. Groei van deze sector, waarin ForFarmers een goede marktpositie heeft, lijkt daarom reëel. Op korte tot middellange termijn wordt een groei van de export naar Azië verwacht, vooral Japan, Korea en de Filippijnen. Strengere milieuwetgeving in China zal de productiecapaciteit daar naar verwachting doen krimpen. Dit biedt mogelijk kansen voor EU-varkensvlees uit het scherper geprijsde segment.

Pluimveesector

Over het algemeen tekent zich, vooral in West-Europa, een groeiende voorkeur voor gevogelte en een dalende vraag naar varkensvlees af. De pluimveehouderij heeft echter, vooral in Nederland en Duitsland, te maken met uitgebreide wetgeving en initiatieven op het gebied van diergezondheid en dierenwelzijn. Dit brengt enerzijds extra kosten met zich mee, maar anderzijds creëert de forse groei in de vraag naar diervriendelijk geproduceerd vlees ook veel kansen. In de legsector is verlenging van de levensduur van leghennen en daarmee van de legperiode, een van de belangrijkste aandachtspunten. Het aantal landen waar een verbod op snavelbehandeling is ingevoerd, groeit.

Terwijl welzijnsconcepten voor de Nederlandse markt de nieuwe standaard zijn, blijft de conventionele productie nog de standaard in andere Europese landen en voor de export. De concurrentie op dit terrein komt vooral uit Polen en Oekraïne.

 

In 2017 hebben de leg- en vermeerderingssector in meerdere Europese landen, waaronder Nederland en België, schade opgelopen door de Fipronil-affaire. Dit heeft geleid tot grote problemen bij de getroffen bedrijven, een tijdelijke forse daling van het aantal leghennen en een stijging van de eierprijzen door een kleiner aanbod. In 2018 zal deze onbalans in de legsector naar verwachting herstellen. 

Geitensector 

Geitenhouders in Nederland bevinden zich in een gunstige positie; er is veel vraag naar hun producten en er wordt een goede prijs voor betaald. Dit geldt ook voor de geitenhouders in de andere landen waarin ForFarmers actief is. Buiten Nederland is de omvang van de geitensector echter beperkt. ForFarmers ondersteunt de Nederlandse ondernemers met een gespecialiseerd team en is met het Capri-concept (de voedingsaanpak) voor geiten zeer succesvol in deze markt.

Biologische sector

De biologische sector professionaliseert zich steeds verder en groeit gestaag. Door de toenemende aandacht voor dierenwelzijn en belangstelling voor de herkomst van voeding, zijn meer consumenten bereid de hogere prijs voor biologische producten te betalen. Het rendement voor biologische veehouders is daardoor goed. In vergelijk met de gangbare veehouderij blijft het echter een nichemarkt. De beperkte beschikbaarheid van biologische grondstoffen is wel steeds meer een punt van aandacht.

ForFarmers heeft onder de naam Reudink een leidende positie in de biologische markt in Europa. Voor de productie van de biologische voeders beschikt ForFarmers over een gespecialiseerde fabriek, waar ook voer voor andere voerproducenten wordt gemaakt.

Paardensector

De paardensport en -houderij in België, Duitsland en Nederland is onder meer door de economische voorspoed in de afgelopen jaren gegroeid. Het aantal dekkingen in de fokkerij groeit weer sinds een aantal jaren en de ruitersportcentra zien de (recreatieve) instroom van jeugd en ouderen toenemen. Ook ziet de detailhandel de omzet groeien en floreert de handel in sportpaarden. De sportbonden zien hun ledenaantallen echter eerder af- dan toenemen.

De snel groeiende groep recreatieve paardenhouders heeft een grote voorkeur voor voeding zonder granen, melasse en zonder GMO. Er is ook een toenemende belangstelling in de paardensport waarneembaar voor datagedreven oplossingen, waardoor rantsoenen beter kunnen worden afgestemd op de gezondheid, welzijn en prestatie van het dier. Pavo, het merk waaronder ForFarmers de paardensector bedient, speelt op deze trends in.

Change layout to 1 column

Change layout to 2 columns

Mengvoerindustrie

De Total Feed-portfolio van ForFarmers bestaat uit alle voersoorten – van mengvoer tot enkelvoudige grondstoffen – en producten voor de ruwvoerteelt. Omdat boerenbedrijven groter worden, is er toenemende interesse voor ‘home-mixing’. De benadering van ForFarmers om totale voeroplossingen aan te bieden, sluit hier goed bij aan. De mengvoermarkt is internationaal gezien sterk gefragmenteerd. In alle markten vindt gestaag consolidatie plaats. In Nederland hebben ForFarmers, Agrifirm en De Heus gezamenlijk een marktaandeel van ruim 60%, terwijl de overige 40% verdeeld is over circa 85 andere voerproducenten. In het Verenigd Koninkrijk hebben de drie grootste bedrijven gezamenlijk een marktaandeel van circa 35%. Dit zijn AB Agri, ForFarmers en Mole Valley Partners. Daarnaast zijn er ongeveer 150 kleinere spelers in de Britse markt actief. De grootste veevoerbedrijven in België (Aveve, VandenAvenne, ForFarmers) hebben samen circa 35% van de markt, die in totaal zo’n 50 spelers kent. In andere Europese landen is sprake van meer fragmentatie, zoals in Duitsland waar Agravis, DTC, Bröring en ForFarmers belangrijke veevoerbedrijven zijn met een gezamenlijke marktpositie van ongeveer 30%. Daarnaast zijn er in Duitsland nog ongeveer 300 kleinere concurrenten. Veevoerbedrijven zijn vaak eigendom van een coöperatie of een familie.

ForFarmers concentreert zich volledig op het leveren van (voer)oplossingen op het boerenerf en laat de productie van premixen over aan andere spelers in de keten. Daarnaast zijn er concurrenten die actief zijn door (delen van) de hele keten. ForFarmers richt zich geografisch op Europa+ markten (Europa en haar grensgebieden), terwijl een aantal directe concurrenten een bredere geografische scope heeft. 

De Europese markt consolideert. Schaalgrootte en focus zijn van cruciaal belang om concurrerend en leidend te kunnen zijn. Dit geldt ook voor ForFarmers die zich met haar One ForFarmers efficiëntieprogramma richt op een optimale benutting van de schaalgrootte door onder meer investeringen in innovatie, kennisontwikkeling en breed inzetbare voeroplossingen. In het kader van dit programma worden er op allerlei terreinen, zoals op het gebied van supply chain, administratieve afdelingen en marketing, projecten uitgevoerd om zo kostenefficiënt mogelijk te werken. Daarnaast richt ForFarmers zich op de overname van voerbedrijven om daarmee haar marktposities te optimaliseren.

Overheid

Wetgeving

Wet- en regelgeving op het gebied van duurzaamheid en milieu wordt veelal op Europees niveau ontwikkeld. Bij de implementatie of acceptatie ervan kiezen nationale overheden soms echter voor een afwijkende fasering. Zo staat het per 1 januari 2018 voorgenomen verbod op de castratie van biggen nog ter discussie, omdat een aantal landen hier nog niet klaar voor is. Binnen de EU ligt de focus verder vooral op het terugdringen van antibioticagebruik en verbetering van het dierenwelzijn. Ook op dit terrein is er sprake van verschillende snelheden. In Duitsland en Nederland wordt al enige jaren geen antibiotica meer aan voer toegevoegd en in België zijn de regels hiervoor inmiddels aangescherpt. In het Verenigd Koninkrijk is in 2017 op nationaal niveau een begin gemaakt met de registratie van het antibioticagebruik en wordt er nu gewerkt aan een aanpak per sector om het gebruik terug te dringen. Per sector zijn hiervoor concrete doelstellingen opgesteld, in de meeste gevallen voor de periode tot 2020. Dankzij de ervaring die ForFarmers heeft opgedaan in de landen die met deze maatregelen vooroplopen, heeft de Onderneming een voorsprong bij de begeleiding van veehouders in de landen die volgen. 

De Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) heeft een verbod – met een maximale overgangstermijn van vijf jaar – aangekondigd op diervoeders met zinkoxide als werkzame stof. Alle in de EU toegelaten diervoeders met zinkoxide moeten uiterlijk 2022 van de markt zijn. In Nederland wordt dit verbod per mei 2018 van kracht. Voorstellen met betrekking tot het maximale gehalte aan koper in diervoeder moeten nog worden goedgekeurd. Deze maatregelen leiden volgens de EFSA tot minder milieubelasting. Bovendien verwacht de EFSA dat verlaging van de koperniveaus bijdraagt aan een vermindering van de antibiotica-resistentie. De Europese Commissie bezint zich verder op de regelgeving voor de toepassing van dierlijke eiwitten in diervoeder. Mogelijk wordt het gebruik van varkenseiwitten in pluimveevoer en van kippeneiwitten in varkensvoer op termijn onder voorwaarden weer toegestaan. Verder is een voorstel in de maak om gebruik van insecteneiwit in voer voor niet-herkauwers toe te staan.

Na de afschaffing van het melkquotum in 2015 en de daaropvolgende toename van de melkproductie, heeft de Nederlandse overheid besloten met ingang van 2018 een systeem van fosfaatrechten in te voeren. De Nederlandse zuivelketen (zuivelindustrie, veevoerbedrijven, LTO, adviesorganisaties en overheid) heeft gekozen voor een gezamenlijke aanpak om fosfaatreductie te realiseren. Sinds 1 maart 2017 is een pakket aan maatregelen van kracht dat zich richt op drie pijlers: subsidie voor veehouders die stoppen (de ‘stoppersregeling’), heffing voor het aanhouden van te veel dieren en het terugbrengen van het fosforgehalte in mengvoer. Inmiddels zijn de doelstellingen qua aantallen dieren en fosfaatreductie behaald, is de toegestane afwijking van de Europese norm, de derogatie, voor 2017 veiliggesteld en is tevens aan een belangrijke voorwaarde voldaan om deze regeling voor 2018 – 2021 te behouden.

De regelgeving in Duitsland en Nederland met betrekking tot vestigingsbeleid voor de agrarische sector is als gevolg van burgerinitiatieven dermate streng, dat het in sommige gebieden vrijwel onmogelijk is om op nieuwe locaties stallen te bouwen of bestaande locaties uit te breiden, tenzij oude locaties worden afgebouwd.

Meer verantwoordelijkheid voor agrarische sector

In het algemeen wordt de verantwoordelijkheid voor succesvol ondernemen steeds meer bij de agrarische sector zelf gelegd. In Duitsland geldt bijvoorbeeld in sommige gebieden dat de veevoerindustrie de controle op de eigen sector zelf moet organiseren, waar veel veehouders tegen zijn vanwege de inspanningen die dat vraagt. In Nederland is de zuivelindustrie sterk georganiseerd en neemt FrieslandCampina, dat 80% van alle melk in Nederland verwerkt, veelal het voortouw. In België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk is de verwerkende industrie meer gefragmenteerd en ligt de regie – voor zover hier al sprake van is – behalve bij de verwerkende industrie ook bij retail-organisaties.

ForFarmers heeft zich in 2017 aangesloten bij het Vitaliseringsplan Nederlandse Varkenshouderij van de Producenten Organisatie Varkenshouderij (POV). Met een aantal partners wordt nu gewerkt aan de implementatie van dit Vitaliseringsplan.

Retail

De invloed van retail-organisaties in de voedselproductieketen blijft onverminderd groot. Hun invloed verschilt echter per land. In het algemeen zijn retailers een belangrijke aanjager voor kostenbeheersing en verdere efficiency in de aanvoerketen. Daarnaast hebben supermarkten steeds meer producten in de schappen liggen die binnen specifieke concepten worden geproduceerd. Een groeiend aantal supermarktketens in Nederland bijvoorbeeld verkoopt alleen nog eieren en pluimveevlees geproduceerd binnen concepten met extra aandacht voor dierenwelzijn. Deze eisen gelden niet, of in mindere mate, voor exportmarkten, waar ongeveer twee derde van de Nederlandse productie naartoe gaat. De varkenssector telt veel verschillende – vaak regionale – initiatieven die zich onderscheiden op het gebied van duurzaamheid en dierenwelzijn. Dit is nu nog een relatief klein, maar wel groeiend deel van de markt. Specifieke concepten worden meer en meer verkozen boven massaproposities. Voor de totstandkoming van veel concepten wordt veelal gekozen voor samenwerking met een beperkt aantal partners in de keten. ForFarmers is dankzij haar sterke positie in de markt en goede contacten met alle relevante partijen in dit speelveld goed gepositioneerd.

Consumenten 

In Noordwest-Europa is er sprake van groeiende belangstelling voor de kwaliteit en herkomst van voedingsmiddelen. Er is een algemene, maar ook door de politiek gedreven, aandacht voor gezondheid. Prijs en gemak blijven echter een factor van betekenis. Specifieke voorkeuren, zoals voor biologische en lokale producten nemen toe. Ook is er groeiende aandacht voor niet-genetisch gemodificeerd voedsel, vooral in Duitsland. Dit heeft ook zijn weerslag op de Nederlandse markt, al beperkt zich dit nog tot zuivelbedrijven die voor de Duitse markt produceren. ForFarmers neemt actief deel aan enkele pilots op dit gebied. Dit palet aan schuivende en veranderende behoeften en eisen zorgt voor steeds meer variatie in de vraag naar voedingsmiddelen. Hier speelt ForFarmers op in met haar concepten en advies.

De voedselprijzen zijn de afgelopen jaren sterk gestegen en ook agrarische ondernemers hebben daarvan geprofiteerd. Over langere tijd gemeten is de totale consumptie van dierlijke eiwitten stabiel tot licht stijgend. Er tekent zich echter een groeiende voorkeur voor kip en een dalende vraag naar varkensvlees af. Daarnaast groeit het aantal mensen dat om uiteenlopende redenen minder vlees eet. Dit is een stimulans voor ontwikkelingen op het gebied van alternatieve eiwitbronnen, zoals plantaardige eiwitten, insecten en kweekvlees. Hoewel de vraag naar alternatieven nog klein is in vergelijking met de vraag naar dierlijke eiwitten, zal deze ontwikkeling zich doorzetten. De verwachting is dat dit in Europa sneller tot uiting zal komen dan in de meeste andere regio’s.

Change layout to 1 column

Trends in de keten