Financieel en operationeel verslag 2017, Dividendvoorstel, Vooruitzichten 2018




Geconsolideerde kerncijfers
           
In miljoenen euro (tenzij anders vermeld) 2017 2016 Totaal mutatie in % Valuta Acquisitie(5) Autonoom(6)
Volume Total Feed (x 1.000 ton) 9.556,4 9.258,5 3,2%   2,2% 1,0%
Mengvoer 6.727,8 6.359,4 5,8%   3,7% 2,1%
 
Omzet 2.218,7 2.109,0 5,2% -1,9% 2,9% 4,2%
Brutowinst 419,8 407,4 3,0% -2,1% 0,9% 4,2%
Bedrijfslasten -346,8 -343,5 1,0% -2,2% 0,2% 3,0%
EBITDA(1) 101,6 93,9 8,2% -1,8% 3,7% 6,3%
Onderliggende EBITDA(2) 101,4 93,6 8,3% -1,8% 3,7% 6,4%
Bedrijfsresultaat 74,0 67,8 9,1% -1,5% 4,3% 6,3%
Winst toe te rekenen aan aandeelhouders van de Vennootschap 58,6 53,3 9,9%      
 
 
Netto kasstroom uit operationele activiteiten 116,6 81,4 43,2%      
 
Onderliggende EBITDA / Brutowinst 24,2% 23,0%        
ROACE(3) 24,3% 22,5%        
 
Gewone winst per aandeel (x €1) 0,56 0,50 12,0%      
 
  31 december 2017 31 december 2016        
Eigen vermogen 409,9 429,0        
Solvabiliteit(4) 52,1% 55,3%        
 
(1) EBITDA is bedrijfsresultaat exclusief afschrijvingen en amortisatie.
(2) Onderliggende betekent exclusief incidentele posten.
(3) ROACE betekent onderliggende EBITDA gedeeld door het 12-maands gemiddeld geïnvesteerd vermogen; verwezen wordt naar noot 27 van de toelichting op de jaarrekening 2017.
(4) Solvabiliteit betreft het eigen vermogen gedeeld door balanstotaal.
(5) Betreft het netto effect van acquisities en desinvesteringen
(6) Autonoom is de verandering exclusief acquisitie en desinvesteringen en valuta-effecten.
Algemene opmerking: de percentages worden gepresenteerd op basis van de bedragen afgerond in miljoenen euro. Optellingen kunnen iets afwijken door afrondingen.

Verslag 2017

Kernpunten resultaten 2017:

  • Volume Total Feed: groei van 3,2% tot 9,6 miljoen ton, door autonome groei en vooral de Vleuten-Steijn overname;

  • Volume mengvoer: groei van 5,8% tot 6,7 miljoen ton, doordat veehouders meer prestatievoeders kopen;

  • Brutowinst: stijging van 3,0% tot €419,8 miljoen, gedreven door 4,2% autonome groei en inclusief negatief valuta-effect;

  • Onderliggende EBITDA: stijging van 8,3% tot €101,4 miljoen (10,1% groei bij gelijkblijvende wisselkoersen) door gezonde autonome groei;

  • Gewone winst per aandeel: toename van 12% tot €0,56, als gevolg van groei netto winst en aandelen inkoopprogramma;

  • Verbetering werkkapitaal (€50,7 miljoen) ondersteunt kasstroomgeneratie.

Change layout to 2 columns

De onderstaande analyse (jaar-op-jaar) behandelt eerst de geconsolideerde jaarresultaten voor 2017, gevolgd door meer gedetailleerde analyses per cluster. De tabel hieronder geeft een overzicht van de mutaties op jaarbasis

(in absolute bedragen en in percentages) in het eerste en tweede halfjaar en voor geheel 2017. Ook worden de belangrijkste ontwikkelingen in het tweede halfjaar van 2017 toegelicht. 

Change layout to 1 column


Mutaties kernparameters 2017 vs. 2016
In miljoenen euro (tenzij anders vermeld)   Totaal Valuta Acquisitie Autonoom(1)
Total Feed HY1 162,3 3,6%     117,3 2,6% 45,0 1,0%
(x1.000 ton) HY2 135,6 2,9%     86,0 1,8% 49,6 1,1%
  FY 297,9 3,2%     203,3 2,2% 94,6 1,0%
 
Mengvoer HY1 194,6 6,2%     150,3 4,8% 44,3 1,4%
(x1.000 ton) HY2 173,8 5,4%     82,3 2,6% 91,5 2,8%
  FY 368,4 5,8%     232,6 3,7% 135,8 2,1%
 
Brutowinst HY1 0,8 0,4% -6,7 -3,2% 1,6 0,8% 5,9 2,8%
  HY2 11,6 5,8% -1,9 -0,9% 2,0 1,0% 11,5 5,7%
  FY 12,4 3,0% -8,6 -2,1% 3,6 0,9% 17,4 4,2%
 
Bedrijfslasten HY1 7,0 -4,0% 5,9 -3,4% 0,1 -0,1% 1,0 -0,5%
  HY2 -10,3 6,2% 1,8 -1,0% -0,8 0,5% -11,3 6,7%
  FY -3,3 1,0% 7,7 -2,2% -0,7 0,2% -10,3 3,0%
 
Onderliggende EBITDA HY1 5,4 11,7% -1,4 -3,1% 2,0 4,3% 4,8 10,5%
  HY2 2,4 5,1% -0,3 -0,6% 1,5 3,0% 1,2 2,7%
  FY 7,8 8,3% -1,7 -1,8% 3,5 3,7% 6,0 6,4%
 
(1) Autonoom is de verandering exclusief acquisitie en desinvesteringen en valuta-effecten.

Change layout to 2 columns

Het totale volume Total Feed steeg in 2017 met 3,2% tot 9,6 miljoen ton. Dat was het gevolg van een netto groei van 2,2% door overnames en desinvesteringen, en een autonome groei van 1,0%. De stijging deed zich met name voor in de clusters Nederland en Duitsland/België, waar een volumegroei van respectievelijk 3,8% en 5,0% werd gerealiseerd. In het Verenigd Koninkrijk daalde het Total Feed-volume in 2017 met 2,0%; in het eerste halfjaar bedroeg de daling 3,9% en in het tweede halfjaar was de volumeontwikkeling ten opzichte van het jaar daarvoor stabiel.

Bij mengvoer kwam de volumegroei uit op 5,8% waarbij het netto-effect van overnames en desinvesteringen 3,7% bedroeg. Dit was voornamelijk toe te schrijven aan Vleuten-Steijn (het varkensvoerbedrijf in Nederland en Duitsland dat in oktober 2016 werd overgenomen), en door de desinvesteringen in het Verenigd Koninkrijk (Wheyfeed transport en Leafield). De autonome volumegroei bij mengvoer bedroeg 2,1%. In het algemeen is de financiële situatie van veehouders in Europa in 2017 verbeterd dankzij hogere prijzen voor melk, varkens en pluimvee. Hierdoor was de volumegroei bij mengvoer, dat een hogere toegevoegde waarde heeft, groter dan bij Total Feed, waar ook co-producten (droog, vochtig en vloeibaar) onder vallen.

De totale omzet steeg met €109,7 miljoen (5,2%) tot €2.218,7 miljoen. De omzet werd beïnvloed door een negatief translatie-effect van €40,7 miljoen (-1,9%) als gevolg van het zwakke Britse pond. De netto groei als gevolg van overnames/desinvesteringen bedroeg 2,9%. Autonoom groeide de omzet met 4,2%, door volumegroei en hogere grondstoffenprijzen (vooral in het Verenigd Koninkrijk) die aan de klant worden doorberekend.

De brutowinst steeg met 3,0% tot €419,8 miljoen. De combinatie van de sterke autonome groei van 4,2%, en de nettobijdrage uit overnames/desinvesteringen (0,9%) werd beïnvloed door een negatief translatie-effect (-2,1%). De stijging van de brutowinst was toe te schrijven aan autonome volumegroei in de clusters Nederland en Duitsland/België, waarmee de autonome volumedaling in het Verenigd Koninkrijk ruimschoots werd gecompenseerd. De verbeterde productmix – meer meng- en speciaalvoer – en de bijdrage uit de strategische partnerschappen, droegen eveneens bij aan de hogere brutowinst. Bovendien nam de brutowinst toe om de energie-/brandstofkostenstijging te compenseren.

De totale bedrijfslasten stegen met €3,3 miljoen (1,0%). De lagere koers van het Britse pond ten opzichte van de euro zorgde voor een daling van de bedrijfslasten met €7,7 miljoen (-2,2%). Het netto-effect van overnames (Vleuten-Steijn en Wilde Agriculture) en desinvesteringen (Wheyfeed transport en Leafield) was een stijging van de lasten met €0,7 miljoen (0,2%).

Autonoom stegen de bedrijfslasten met €10,3 miljoen (3,0%). In de bedrijfslasten in 2017 zat een incidentele afschrijving van €1,9 miljoen met betrekking tot een fabriekslocatie in het Verenigd Koninkrijk.

In 2016 was een incidentele reorganisatielast van €1,9 miljoen opgenomen voor het Verenigd Koninkrijk.De toename van de bedrijfslasten kwam voornamelijk voort uit volumegroei in Nederland en Duitsland/België en hogere energieprijzen in alle clusters. De kosten werden positief beïnvloed door een (netto-)vrijval van €1,6 miljoen uit de voorziening voor dubieuze debiteuren (2016: een (netto-)toevoeging van €0,9 miljoen) als gevolg van de verbeterde financiële omstandigheden van klanten in alle clusters en een verbeterd debiteurenbeheer. 

Afschrijvingen en amortisaties namen toe door een stijging van de investeringen en de genoemde incidentele afschrijving (€1,9 miljoen). De verlenging van de afschrijvingstermijn (vanaf 1 januari 2017) van materiële vaste activa (met name machines en installaties) na de periodieke evaluatie van de verwachte economische levensduur van deze activa had een positief effect van –€2,4 miljoen.

Change layout to 1 column

 

       
In miljoenen euro 2017 2016 ∆%
 
EBITDA 101,6 93,9 7,7 8,2%
 
Boekresultaten verkochte bedrijfsonderdelen / activa -0,4 -2,2 1,8  
Herstructureringskosten 0,2 1,9 -1,7  
Onderliggende EBITDA(1) 101,4 93,6 7,8 8,3%
Effect valutakoersveranderingen 1,7   1,7  
Onderliggende EBITDA, tegen gelijkblijvende koersen(1) 103,1 93,6 9,5 10,1%
 
Bedrijfsresultaat (EBIT) 74,0 67,8 6,2 9,1%
 
(1) ‘Onderliggende EBITDA' betekent EBITDA exclusief incidentele posten.
Algemene opmerking: de percentages worden gepresenteerd op basis van de bedragen afgerond in miljoenen euro. Optellingen kunnen iets afwijken door afrondingen.

Change layout to 2 columns

De EBITDA steeg met 8,2% tot €101,6 miljoen. Het negatieve translatie-effect als gevolg van het zwakke Britse pond bedroeg 1,8%. De nettobijdrage van overnames/desinvesteringen bedroeg 3,7%. De autonome groei kwam uit op 6,3%. De eenmalige herstructureringskosten (€0,2 miljoen) omvatten incidentele lasten voor de introductie van een shared service center in continentaal Europa. In 2016 werd een last van €1,9 miljoen geboekt in verband met de reorganisatie van ForFarmers in het Verenigd Koninkrijk.

De onderliggende EBITDA bij gelijkblijvende wisselkoersen steeg met 10,1% tot €103,1 miljoen. De (netto-)bijdrage uit overnames/desinvesteringen bedroeg 3,7%. Autonoom was er een stijging van 6,4% dankzij volumegroei in Nederland en Duitsland/België. Deze stijging was 10,5% in het eerste halfjaar en 2,7% in het tweede halfjaar van 2017.

De verhouding onderliggende EBITDA/brutowinst steeg van 23,0% in 2016 tot 24,2% in 2017.

De netto financieringslasten kwamen lager uit. Dat is het gevolg van een daling van de rentelasten met betrekking tot de pensioenverplichting in het Verenigd Koninkrijk na een additionele storting in het gesloten fonds aan het begin van het boekjaar. De additionele storting werd overeengekomen in ruil voor de toezegging van de pensioenbeheerder om voor inflatieberekeningen voor de betreffende verplichting de lagere CPI (Consumer Price Index) te hanteren in plaats van de hogere RPI (Retail Price Index).

De bijdrage van de Duitse joint venture HaBeMa steeg met 0,2% tot €3,9 miljoen doordat de handelsvolumes gedurende het jaar licht toenamen.

De effectieve belastingdruk over 2017 kwam uit op 22,7% (2016: 22,3%). De stijging komt doordat een relatief groter deel van de resultaten in Nederland werd gerealiseerd. In 2016 is er een grotere actieve latentie opgenomen voor verrekenbare verliezen dan in 2017.

De winst toe te rekenen aan aandeelhouders van de Vennootschap steeg met €5,3 miljoen (9,9%) tot €58,6 miljoen.

De gewone winst per aandeel kwam 12,0% hoger uit door de stijging van de nettowinst en het effect van het inkoopprogramma eigen aandelen. De gewone winst per aandeel wordt berekend op basis van het gewogen gemiddelde aantal gewone aandelen in omloop. In 2016 bedroeg dit gemiddelde 106.150.160 vergeleken met 104.077.496 in 2017 (als gevolg van de aandeleninkoop).

Op 31 december 2017 bedroeg het aantal medewerkers uitgedrukt in fte’s 2.325; dit was 2,3% meer dan op 31 december 2016 (2.273). De toename met 52 fte’s was vooral het gevolg van onder andere volumegroei in de clusters Nederland en Duitsland/België.

Kapitaalstructuur

Het eigen vermogen bedroeg op 31 december 2017 €409,9 miljoen, een daling van €19,1 miljoen ten opzichte van 31 december 2016. De winst over 2017 van €59,3 miljoen werd toegevoegd aan het eigen vermogen, terwijl het uitgekeerde dividend (€26,7 miljoen) en een nettobedrag van €53,7 miljoen vooral met betrekking tot het inkoopprogramma eigen aandelen (zoals op 2 mei 2017 aangekondigd), van het eigen vermogen werden onttrokken. Niet-gerealiseerde resultaten bedroegen €2,1 miljoen (positief) na belasting. Deze bestonden vooral uit het negatieve valuta-effect met betrekking tot de investering in het Verenigd Koninkrijk, en een toevoeging als gevolg van de gewijzigde rente-aannames ten aanzien van de pensioenverplichting in het Verenigd Koninkrijk.

De solvabiliteitsratio daalde van 55,3% per ultimo 2016 tot 52,1% per 31 december 2017. De ratio van de onderliggende EBITDA gedeeld door het 12-maands gemiddeld geïnvesteerd vermogen ('ROACE') is gestegen van 22,5% in 2016 tot 24,3% in 2017. Dezelfde ratio op basis van het onderliggend bedrijfsresultaat (EBIT) is gestegen van 16,3% in 2016 tot 18,2% in 2017.

Het netto saldo van beschikbare liquide middelen minus bankschulden en andere leningen (kortlopend en langlopend) bedroeg per ultimo 2017 €67,1 miljoen (eind 2016: €61,5 miljoen). De netto stijging is voornamelijk toe te schrijven aan het behaalde EBITDA-resultaat (€101,6 miljoen) en de verbetering van het werkkapitaal. Dit werd deels gecompenseerd door kapitaalinvesteringen, het inkoopprogramma eigen aandelen en de dividenduitkering. Bovendien werd aan het begin van het verslagjaar een additionele storting (€11,7 miljoen) gedaan in het gesloten pensioenfonds in het Verenigd Koninkrijk.

Het werkkapitaal daalde aanzienlijk, van €119,9 miljoen eind 2016 tot €69,2 miljoen aan het einde van 2017. Als gevolg van de optimalisering van het inkoopproces namen de betalingstermijnen met leveranciers toe. Daarnaast droegen de constante aandacht voor debiteurenbeheer en de verbeterde financiële situatie van onze klanten bij aan een vermindering van de uitstaande vorderingen. Dit blijkt tevens uit het percentage vorderingen met betalingsachterstand: 14,9% per ultimo 2017 vergeleken met 18,6% aan het eind van 2016.

Begin 2017 maakte ForFarmers bekend de investeringen te zullen verhogen tot circa €40-45 miljoen in zowel 2017 als 2018, ten opzichte van een historisch investeringsniveau van circa €25 miljoen per jaar, in lijn met afschrijvingen. In 2017 stegen de investeringen in materiële vaste activa met 20,9% tot €38,2 miljoen. De stijging was grotendeels het gevolg van de investering van £10 miljoen in de bouw van een nieuwe fabriek in Exeter en van £4 miljoen in een nieuw centraal kantoor in Bury St Edmunds (beide in het Verenigd Koninkrijk). Andere investeringen hadden voornamelijk betrekking op een nieuw procescontrolesysteem, de renovatie van bulksilo’s, vrachtwagens en vervanging van een maal-menglijn in Nederland.

Change layout to 1 column

Resultaten en ontwikkelingen per cluster

2017
In duizenden euro Nederland Duitsland/België Verenigd Koninkrijk Groep / eliminaties Geconsolideerd
 
Total Feed volume (in tonnen) 4.538.548 2.111.171 2.906.659 - 9.556.378
 
Omzet 1.117.112 546.542 622.398 -67.392 2.218.660
 
Brutowinst 221.714 75.919 121.301 906 419.840
Overige bedrijfsopbrengsten 412 211 338 - 961
Bedrijfslasten -154.106 -63.919 -116.290 -12.464 -346.779
Bedrijfsresultaat 68.020 12.211 5.349 -11.558 74.022
 
Boekresultaten verkochte bedrijfsonderdelen / activa -115 - -248 - -363
Herstructureringskosten / Bijzondere waardeverminderingen vaste activa - 160 1.932 - 2.092
Incidentele posten -115 160 1.684 - 1.729
 
Onderliggend bedrijfsresultaat(1) 67.905 12.371 7.033 -11.558 75.751
Afschrijving en amortisatie(2) 7.491 3.276 11.546 3.382 25.695
Onderliggende EBITDA(1) 75.396 15.647 18.579 -8.176 101.446
 
Onderliggende EBITDA / Brutowinst(1) 34,0% 20,6% 15,3%   24,2%
ROACE(3) 49,1% 18,3% 10,5% -6,3% 24,3%
 
(1) Onderliggend(e) betekent exclusief incidentele posten.
(2) Exclusief bijzondere waardeverminderingen vaste activa
(3) ROACE betekent onderliggende EBITDA gedeeld door het 12-maands gemiddeld geïnvesteerd vermogen; verwezen wordt naar noot 27 van de toelichting op de jaarrekening 2017.

2016
In duizenden euro Nederland   Duitsland/België Verenigd Koninkrijk Groep / eliminaties Geconsolideerd
 
Total Feed volume (in tonnen) 4.282.620   2.009.255 2.966.672 - 9.258.547
 
Omzet 1.019.072   522.285 630.704 -63.099 2.108.962
 
Brutowinst 201.555   69.901 134.654 1.262 407.372
Overige bedrijfsopbrengsten 1.557   1.017 1.271 104 3.949
Bedrijfslasten -144.762   -60.471 -121.165 -17.090 -343.488
Bedrijfsresultaat 58.350   10.447 14.760 -15.724 67.833
 
Boekresultaat verkochte bedrijfsonderdelen -1.003 (1) - -1.152 - -2.155
Herstructureringskosten / Bijzondere waardeverminderingen vaste activa -   - 1.887 - 1.887
Incidentele posten -1.003   - 735 - -268
 
Onderliggend bedrijfsresultaat(2) 57.347   10.447 15.495 -15.724 67.565
Afschrijving en amortisatie(3) 8.550   4.035 10.712 2.747 26.044
Onderliggende EBITDA(2) 65.897   14.482 26.207 -12.977 93.609
 
Onderliggende EBITDA / Brutowinst(2) 32,7%   20,7% 19,5%   23,0%
ROACE(4) 45,4%   15,2% 14,2% -11,8% 22,5%
 
(1) Heeft met name betrekking op de verkoop van Oss
(2) Onderliggend(e) betekent exclusief incidentele posten.
(3) Exclusief bijzondere waardeverminderingen vaste activa
(4) ROACE betekent onderliggende EBITDA gedeeld door het 12-maands gemiddeld geïnvesteerd vermogen; verwezen wordt naar noot 27 van de toelichting op de jaarrekening 2017.

Change layout to 2 columns

Marktontwikkelingen in het algemeen

De financiële situatie van veehouders was in 2017 over het algemeen beter dan in 2016. Melkveehouders profiteerden van hogere melkprijzen. Tegen het eind van 2017 begonnen de melkprijzen weer te dalen, maar liggen nog steeds op een bovengemiddeld niveau.
De sterke vraag vanuit China naar varkensproducten en een lagere productie in de EU (in 2016) leidde tot een

stijging van de varkensprijzen tot de tweede helft van 2017. Daarna begonnen de prijzen te dalen door de groei van de Europese varkensstapel. Het merendeel van de varkenshouders behaalt nog positieve marges. 

De pluimveesector had te maken met uitbraken van vogelgriep en, vooral in Nederland, met de fipronil-affaire. In 2017 was in het algemeen een (licht) opwaartse trend in de prijzen voor pluimveeproducten waarneembaar.

Change layout to 1 column

Cluster Nederland

In duizenden euro 2017 2016 ∆%
 
Total Feed volume (in tonnen) 4.538.548 4.282.620 6,0%
 
Omzet 1.117.112 1.019.072  
 
Brutowinst 221.714 201.555 10,0%
Overige bedrijfsopbrengsten 412 1.557  
Bedrijfslasten -154.106 -144.762  
Bedrijfsresultaat 68.020 58.350 16,6%
 
Boekresultaat verkochte bedrijfsonderdelen -115 -1.003(1)  
Herstructureringskosten / Bijzondere waardeverminderingen vaste activa - -  
Incidentele posten -115 -  
 
Onderliggend bedrijfsresultaat(2) 67.905 57.347  
Afschrijving en amortisatie(3) 7.491 8.550  
Onderliggende EBITDA(2) 75.396 65.897 14,4%
 
Onderliggende EBITDA / Brutowinst(2) 34,0% 32,7%  
ROACE(4) 49,1% 45,4%  
 
(1) Heeft met name betrekking op de verkoop van Oss
(2) Onderliggend(e) betekent exclusief incidentele posten.
(3) Exclusief bijzondere waardeverminderingen vaste activa
(4) ROACE betekent onderliggende EBITDA gedeeld door het 12-maands gemiddeld geïnvesteerd vermogen; verwezen wordt naar noot 27 van de toelichting op de jaarrekening 2017.

Change layout to 2 columns

Markt- en sectorontwikkelingen

Begin 2017 moesten melkveehouders maatregelen nemen om binnen het door de EU vastgestelde fosfaatplafond voor Nederland te blijven. Voederbedrijven hebben het fosforgehalte in voeder teruggebracht, de Nederlandse overheid heeft subsidies verstrekt aan melkveehouders die besloten te stoppen (de ‘stoppersregeling’) en veehouders verkleinden hun veestapel met circa 10%. Veehouders zijn zich vervolgens meer gaan richten op het verhogen van de melkproductie per koe, mede onder invloed van de relatief hoge melkprijs.

In het derde kwartaal werd de pluimveesector getroffen door de fipronil-affaire. Deze affaire had aanzienlijke gevolgen voor individuele leghenhouders, die tijdelijk geen eieren mochten verkopen. Nadat het verbod was opgeheven was de consument aanvankelijk terughoudend voor het eten van eieren. In het vierde kwartaal lagen zowel de consumptie als de export van eieren weer op hun normale niveau.

Resultaten

Het volume Total Feed dat in het cluster Nederland werd afgezet steeg met 6,0% tot 4,5 miljoen ton. Vleuten-Steijn, overgenomen in eind 2016, zorgde voor een groei van 5,3% en de autonome groei bedroeg 0,7%. Doordat veehouders zich richtten op technische resultaten was de volumegroei bij mengvoer groter dan bij Total Feed. Melkveehouders richtten zich bijvoorbeeld op het optimaliseren van de melkproductie per koe door het gebruik van mengvoer.

Zowel het volume Total Feed als mengvoer was hoger in de varkenssector. Dit was volledig toe te schrijven aan het (negen maanden meetellende) effect van de overname van Vleuten-Steijn. Autonoom was er een marginale daling van het volume in de varkenssector. In de pluimveesector zorgden nieuwe klanten voor hogere volumes, zowel voor leghennen als voor vleeskuikens. Reudink, producent van biologisch voer, rapporteerde een sterke groei van ruim 20% dankzij groei in alle sectoren.

De brutowinst steeg met €20,2 miljoen (10,0%) tot €221,7 miljoen. De toename werd veroorzaakt door hogere volumes, het effect van de overname van Vleuten-Steijn en betere marges als gevolg van meer prestatievoer en betere formulatie (optimaal gebruik van ingrediënten in het voer). Daarnaast droegen strategische samenwerkingen bij aan de brutowinststijging, inclusief de nieuwe samenwerking met Chr. Hansen voor inkuilmiddelen (ruwvoer).

De overige bedrijfsopbrengsten kwamen lager uit dan in 2016, toen de verkoop van grond in Oss werd geboekt. 

De bedrijfslasten stegen met 6,5% als gevolg van een stijging van volume-gerelateerde productie- en logistieke kosten, de versterking van de organisatie in lijn met de volumeontwikkeling en het effect van de overname van Vleuten-Steijn. De productiekosten per ton kwamen ondanks de hogere energiekosten lager uit. Door consistente toepassing van de allocatie van overheadkosten, waren deze voor cluster Nederland €2,2 miljoen hoger dan in 2016.

De onderliggende EBITDA steeg met 14,4% tot €75,4 miljoen. Alle sectoren, Reudink en Pavo hebben hieraan bijgedragen. De verhouding onderliggende EBITDA/brutowinst verbeterde daardoor tot 34,0% (2016: 32,7%).

De ROACE steeg van 45,4% in 2016 tot 49,1% in 2017. Het EBITDA-resultaat was hoger en het geïnvesteerd vermogen was lager doordat de hogere investeringen ruimschoots werden gecompenseerd door de daling van het werkkapitaal.

Change layout to 1 column

Cluster Duitsland/België

In duizenden euro 2017 2016 ∆%
 
Total Feed volume (in tonnen) 2.111.171 2.009.255 5,1%
 
Omzet 546.542 522.285  
 
Brutowinst 75.919 69.901 8,6%
Overige bedrijfsopbrengsten 211 1.017  
Bedrijfslasten -63.919 -60.471  
Bedrijfsresultaat 12.211 10.447 16,9%
 
Boekresultaat verkochte bedrijfsonderdelen - -  
Herstructureringskosten / Bijzondere waardeverminderingen vaste activa 160 -  
Incidentele posten 160 -  
 
Onderliggend bedrijfsresultaat(1) 12.371 10.447  
Afschrijving en amortisatie(2) 3.276 4.035  
Onderliggende EBITDA(1) 15.647 14.482 8,0%
 
Onderliggende EBITDA / Brutowinst(1) 20,6% 20,7%  
ROACE(3) 18,3% 15,2%  
 
(1) Onderliggend(e) betekent exclusief incidentele posten.
(2) Exclusief bijzondere waardeverminderingen vaste activa
(3) ROACE betekent onderliggende EBITDA gedeeld door het 12-maands gemiddeld geïnvesteerd vermogen; verwezen wordt naar noot 27 van de toelichting op de jaarrekening 2017.

Change layout to 2 columns

Markt- en sectorontwikkelingen

In Duitsland neemt de publieke belangstelling voor milieubeschermingsmaatregelen en dierenwelzijn merkbaar toe. We zien dat het gebruik van regionaal geproduceerde grondstoffen wordt gestimuleerd, en dan specifiek soja. Voederbedrijven worden ook steeds meer onder druk gezet om grondstoffen te gebruiken die niet genetisch gemodificeerd zijn. Deze sterke focus op duurzaamheid heeft gevolgen voor veehouders. Zo worden varkenshouders door de nieuwe Duitse mestwet, die in het eerste kwartaal van 2017 van kracht werd, verplicht om het nitraat- en fosfaatgehalte in gier/mest te verlagen. Het wordt in het algemeen steeds moeilijker voor veehouders om nieuwe stallen te bouwen of hun bedrijf uit te breiden.

In België dringt het belang van het afbouwen van het medicijngehalte in voeder steeds meer door. ForFarmers is actief in het organiseren van bijeenkomsten om de mogelijkheden en voordelen van niet-gemedicineerd voer te demonstreren.

Resultaten

Het volume Total Feed dat in het cluster Duitsland/België werd afgezet steeg (autonoom) met 5,1% tot 2,1 miljoen ton.

In de rundveesector leidden de versterking van de verkooporganisatie en de toevoeging van een nieuwe dealer tot een hoger afzetvolume.

In de varkenssector zorgden een nieuwe dealer en nieuwe klanten ook voor hogere volumes. In de pluimveesector stegen de volumes bij legkippenhouders door toename van het marktaandeel, en ook de volumes die aan vleeskuikenhouders werden verkocht, lagen hoger. De volumegroei bij mengvoer was hoger dan bij Total Feed, al liep de groei in de tweede helft van het jaar iets terug. 

De brutowinst steeg met €6,0 miljoen (8,6%) door hogere volumes, een betere formulatie en een verbeterde productmix met meer speciaalvoer. Daarnaast was er in de tweede helft van het jaar een grotere bijdrage uit strategische partnerschappen.

De totale bedrijfslasten stegen met €3,4 miljoen (5,6%). De productie- en logistieke kosten namen toe (voornamelijk volume-gedreven maar ook als gevolg van hogere energiekosten en lagere subsidies onder de Duitse wet op duurzame energie – EEG) en er werden ook meer kosten gemaakt om de verkooporganisatie te versterken voor de volumegroei. De allocatie van overheadkosten was gelijk aan 2016.

De onderliggende EBITDA steeg met €1,2 miljoen (8,0%) tot €15,6 miljoen. De verhouding onderliggende EBITDA/brutowinst vertoonde een marginale daling tot 20,6% (2016: 20,7%).

De ROACE steeg van 15,2% in 2016 tot 18,3% in 2017 dankzij de verbetering van het EBITDA-resultaat en het werkkapitaal.

Change layout to 1 column

Cluster Verenigd Koninkrijk

In duizenden euro 2017 2016 ∆%
 
Total Feed volume (in tonnen) 2.906.659 2.966.672 -2,0%
 
Omzet 622.398 630.704  
 
Brutowinst 121.301 134.654 -9,9%
Overige bedrijfsopbrengsten 338 1.271  
Bedrijfslasten -116.290 -121.165  
Bedrijfsresultaat 5.349 14.760 -63,8%
 
Boekresultaat verkochte bedrijfsonderdelen -248 -1.152  
Herstructureringskosten / Bijzondere waardeverminderingen vaste activa 1.932 1.887  
Incidentele posten 1.684 735  
 
Onderliggend bedrijfsresultaat(1) 7.033 15.495  
Afschrijving en amortisatie(2) 11.546 10.712  
Onderliggende EBITDA(1) 18.579 26.207 -29,1%
 
Onderliggende EBITDA / Brutowinst(1) 15,3% 19,5%  
ROACE(3) 10,5% 14,2%  
 
(1) Onderliggend(e) betekent exclusief incidentele posten.
(2) Exclusief bijzondere waardeverminderingen vaste activa
(3) ROACE betekent onderliggende EBITDA gedeeld door het 12-maands gemiddeld geïnvesteerd vermogen; verwezen wordt naar noot 27 van de toelichting op de jaarrekening 2017.

Change layout to 2 columns

Markt- en sectorontwikkelingen

De Brexit blijft zijn stempel zetten op alle aspecten van de landbouw in het Verenigd Koninkrijk.

In 2017 profiteerden zowel de rundvee- als de varkenssector van de stijgende melk- en varkensprijzen. De omvang van de rundvee- en varkensstapel vertoonde herstel ten opzichte van de nijpende situatie in 2016 en de financiële situatie van de veehouders verbeterde. Vanaf de tweede helft van het jaar waren veehouders weer meer geneigd om hun dieren prestatievoeder te geven om een beter rendement te behalen. De verdere consolidatie van grotere marktpartijen, met name in de varkenssector, zorgt voor een andere marktdynamiek.

Resultaten

Het volume Total Feed dat in het cluster Verenigd Koninkrijk werd afgezet daalde met 2,0% tot 2,9 miljoen ton. De daling deed zich voornamelijk voor in de eerste helft van het jaar; in de tweede helft herstelde het volume. Exclusief het netto-effect van overnames/desinvesteringen bedroeg de autonome daling (voor heel 2017) 1,2%. De volumedaling bij mengvoer was kleiner dan bij Total Feed en in de tweede helft van het jaar steeg het afzetvolume voor mengvoer.

De volumeontwikkeling in de rundveesector werd negatief beïnvloed door de marktdynamiek. De introductie van Feed2Milk bij melkveehouders is echter veelbelovend. De volumes in de varkenssector namen vooral in de tweede helft van het jaar toe door de groeiende varkensstapel. In de pluimveesector was er een marginale stijging van het volume.

De brutowinst daalde met €13,4 miljoen (-9,9%), waarvan €8,6 miljoen als gevolg van negatieve valutatranslatie-effecten. Veehouders stapten in toenemende mate weer over op prestatievoeder en speciaalvoer. Deze positieve ontwikkeling werd deels tenietgedaan doordat de afzet aan ‘XL-klanten’ in de varkenssector een groter aandeel had in het volume, met een lagere toegevoegde waarde. De eerste stappen om de relevante commerciële propositie te verbeteren zijn inmiddels gezet.

De bedrijfslasten daalden met €4,9 miljoen (4,0%), inclusief een positief valuta translatie effect van €7,7 miljoen. De bedrijfslasten werden negatief beïnvloed door tijdelijk extra kosten voor externe logistieke aanbieders. Dit kwam door een ongewoon hoog verloop van chauffeurs die moeilijk op tijd vervangen konden worden. Dat werd veroorzaakt door een krapte in de markt door het vertrek van veel niet-Britse chauffeurs uit het Verenigd Koninkrijk vanwege zorgen rondom de Brexit. Ook werden maatregelen getroffen in de tweede helft van 2017 die tot sterk verbeterde dienstverlening aan klanten hebben geleid. Dit is een belangrijke voorwaarde voor de optimalisatie van de supply chain.

Afschrijvings- en amortisatielasten waren hoger vanwege de investering in de nieuwe fabriek in Exeter, die nu operationeel is. De verhoging omvat ook een bijzondere waardevermindering van €1,9 miljoen voor een van de fabrieken. De aan dit cluster op consistente wijze gealloceerde overheadkosten waren €2,2 miljoen hoger dan in 2016.

De onderliggende EBITDA daalde met 29,1% tot €18,6 miljoen in 2017. De verhouding onderliggende EBITDA/brutowinst daalde tot 15,3%, tegen 19,5% in 2016. 

Het lagere EBITDA-resultaat en de vertraging bij het realiseren van de kostenbesparingen uit de supply chain optimalisatieplannen betekent dat er minder ruimte is tussen de realiseerbare waarde en de boekwaarde met betrekking tot de goodwill impairment test voor het Verenigd Koninkrijk. 

De ROACE daalde van 14,2% in 2016 tot 10,5% in 2017, als gevolg van de lagere EBITDA en een toename van de activa als gevolg van de investeringen in de fabriek in Exeter en het kantoor in Bury St Edmunds.

Change layout to 1 column

Centrale en ondersteunende diensten

In duizenden euro 2017 2016 ∆%
 
Brutowinst 906 1.262 -28,2%
Overige bedrijfsopbrengsten - 104  
Bedrijfslasten -12.464 -17.090  
Bedrijfsresultaat -11.558 -15.724 -26,5%
 
Boekresultaat verkochte bedrijfsonderdelen - -  
Herstructureringskosten / Bijzondere waardeverminderingen vaste activa - -  
Incidentele posten - -  
 
Onderliggend bedrijfsresultaat(1) -11.558 -15.724  
Afschrijving en amortisatie(2) 3.382 2.747  
Onderliggende EBITDA(1) -8.176 -12.977 -37,0%
 
ROACE(3) -6,3% -11,8%  
 
(1) Onderliggend(e) betekent exclusief incidentele posten.
(2) Exclusief bijzondere waardeverminderingen vaste activa
(3) ROACE betekent onderliggende EBITDA gedeeld door het 12-maands gemiddeld geïnvesteerd vermogen; verwezen wordt naar noot 27 van de toelichting op de jaarrekening 2017.

Change layout to 2 columns

Centrale bedrijfslasten daalden na allocatie van de overheadkosten aan de operationele clusters. In ogenschouw nemende dat de totale doorbelaste overheadkosten in 2017 €4,4 miljoen hoger (Nederland en Verenigd Koninkrijk) waren dan in 2016, daalden de kosten voor centrale en ondersteunde diensten met €0,3 miljoen. In 2016 was er sprake van eenmalige kosten van €1,5 miljoen in het kader van de beursgang.

Dividendvoorstel

ForFarmers streeft ernaar om een dividend uit te keren, rekening houdend met lange-termijn waardecreatie en een gezonde financiële structuur voor het uitvoeren van haar strategie. Het dividendbeleid van ForFarmers is gericht op het uitkeren van een dividend van tussen de 40% en 50% van de winst na belasting (de nettowinst toerekenbaar aan de aandeelhouders van de Vennootschap), exclusief incidentele posten. In 2017 bedroeg deze winst €60,3 miljoen. Op basis van de gezonde financiële positie van de Onderneming wordt een uitkeringspercentage van 50% voorgesteld, hetgeen neerkomt op een dividend van €0,30 per gewoon aandeel (op basis van 100,8 miljoen gewone aandelen in omloop), dat 25% hoger is dan het dividend van €0,24 in 2016. Op 26 april 2018 wordt de jaarrekening ter vaststelling aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders voorgelegd. Het dividend wordt op 9 mei 2018 betaalbaar gesteld.

Vooruitzichten 2018

De lange-termijn vooruitzichten voor de agrarische sector in Noordwest-Europa blijven positief. Als gevolg van de groeiende wereldbevolking en de toenemende welvaart blijft de vraag naar dierlijke eiwitten toenemen. Tegelijkertijd wordt in de meer welvarende landen meer aandacht geschonken aan het milieu en het welzijn van mens en dier bij het vervaardigen van deze producten. Duurzaamheid is daarom een integraal en vanzelfsprekend onderdeel van de bedrijfsactiviteiten van ForFarmers. Veehouders worden geconfronteerd met toenemende wet- en regelgeving en daardoor hogere kosten.

De rundveesector zal naar verwachting een lichte groei laten zien. Er is groeiende belangstelling voor niet-genetisch gemodificeerd (GMO-vrij) voedsel, zuivelproducten uit Europese landen (herkomst) en biologisch voedsel. Dit heeft directe gevolgen voor melkveehouders en voor ForFarmers. Zo maakte ForFarmers onlangs bekend dat een niet operationele voerfabriek in Deventer wordt omgebouwd voor de productie van GMO-vrij mengvoer. De Nederlandse melkveesector zal in 2018 naar verwachting marginaal krimpen na de afname van de veestapel als gevolg van de invoering van de fosfaatmaatregelen. In de overige landen waar ForFarmers actief is wordt verdere versterking van de melkveesector verwacht. De vraag naar datagedreven oplossingen neemt toe. ForFarmers is actief betrokken bij de ontwikkeling van een versie van het monitoringprogramma Agroscoop voor de Britse markt, om veehouders inzicht te geven in hun technische performance zodat ze hun rendementen kunnen verhogen.

Consumenten, met name in West-Europa, kiezen minder vaak voor varkensvlees. Daarnaast is er groeiende belangstelling voor lokale producten, concepten met aandacht voor dierenwelzijn (bijv. Beter Leven), gebruik van GMO-vrije grondstoffen en het volledig afbouwen van gemedicineerd voer. Er is een toenemende vraag onder veehouders naar datagedreven oplossingen waarmee ze hun resultaten kunnen optimaliseren. Dit heeft op allerlei manieren gevolgen voor de varkenssector, zowel positief als negatief. De grote toename van de export van varkensvlees naar vooral China die aan het begin van 2017 inzette, begint af te zwakken. In combinatie met de toename van de Europese veestapel heeft dit gezorgd voor druk op de varkensprijzen, zij het tot niveaus die nog wel winstgevend zijn voor de veehouders. De consolidatietrend onder varkenshouders houdt aan, met name in het Verenigd Koninkrijk. Deze ontwikkelingen betekenen dat ForFarmers haar commerciële propositie voor XL-klanten moet aanscherpen; de eerste stappen in deze richting zijn al gezet. ForFarmers verwacht dat varkenshouders in het Verenigd Koninkrijk hun varkensstapel gaan uitbreiden en de eerste tekenen hiervan zijn al zichtbaar. Hier ligt een duidelijke kans omdat het Verenigd Koninkrijk niet kan voorzien in zijn eigen vraag naar varkensvlees en importvlees duurder is geworden sinds het Brexit-referendum.

De vooruitzichten voor de pluimveesector zijn positief doordat steeds meer consumenten kippenvlees en eieren gaan zien als gezond en goedkoop alternatief voor andere bronnen van eiwit. Pluimveehouders in Noordwest-Europa worden in toenemende mate geconfronteerd met milieuverordeningen die uitbreiding in de weg staan, terwijl pluimveehouders in Oost-Europese landen, zoals in Polen, bijna ongehinderd kunnen doorgroeien. Vooral in Nederland nemen dierenwelzijnsconcepten (zoals vrije uitloop- en biologische kippen) toe.

Melk- en varkensprijzen zijn in vergelijking met het midden van 2017 aan het dalen, maar liggen nog steeds gemiddeld genomen op historisch goede niveaus. Ook de prijzen voor vleeskuikens zijn vanaf het einde van 2017 aan het dalen. Eierprijzen liggen op dit moment op een historisch hoog niveau.

ForFarmers blijft werken aan de optimalisatie van organisatie en processen, in lijn met de Horizon 2020-strategie. Dit betekent dat ForFarmers investeert in projecten om de supply chain efficiënter te maken en in IT-oplossingen. ForFarmers streeft er naar de toename van het aantal fte’s  lager te laten zijn dan de volumeontwikkeling. Dit houdt geen rekening met eventuele overnames.

De uitrol van supply chain optimalisatieplannen in het Verenigd Koninkrijk, zoals aangekondigd bij de publicatie van de jaarcijfers over 2016, heeft enige vertraging opgelopen. In de jaarlijkse impairment-test zal de voortgang hiervan worden meegenomen. In de tweede helft van 2017 was de focus in het Verenigd Koninkrijk volledig gericht op het verbeteren van de betrouwbaarheid van de dienstverlening. Op dit moment is de focus volledig gericht op het realiseren van de eerder aangekondigde kostenbesparing van £5 miljoen in 2020 (vergeleken met 2016). 

ForFarmers verwacht in 2018 circa €40-45 miljoen te investeren (2017: €38,2 miljoen) in zowel supply chain optimalisatieplannen als in andere One ForFarmers-initiatieven. Deze investeringen in operationele efficiency-projecten moeten leiden tot een verdere verbetering van de EBITDA/brutowinst-verhouding op de langere termijn. Tegelijkertijd zal de stringente focus op het debiteurenbeheer en het beheer van het werkkapitaal worden voortgezet.

ForFarmers blijft uitkijken naar geschikte overnamekandidaten, zowel in de vier landen waar het al actief is als in nieuwe landen in Europa en aangrenzende regio's (Europa+), waarbij in alle gevallen voldaan moet worden aan de strikte overnamecriteria van de Onderneming.

Per de publicatiedatum van dit verslag verwacht ForFarmers een gezonde financiële positie te behouden. ForFarmers herhaalt haar verwachting voor de middellange termijn van een gemiddelde jaarlijkse stijging van de onderliggende EBITDA in de mid-single digits, bij gelijkblijvende wisselkoersen, exclusief de impact van significante overnames en onvoorziene omstandigheden voorbehouden.

Gebeurtenissen na balansdatum

Na balansdatum werd de verkoop van de akkerbouwactiviteiten van ForFarmers Nederland aan CZAV voltooid. De verkoop was aangekondigd begin december 2017 en behelsde de niet-veevoergerelateerde producten (zoals meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en zaden) die ForFarmers aan Nederlandse akkerbouwbedrijven leverde, met een jaaromzet van ongeveer €13 miljoen. CZAV heeft deze activiteiten en de daarbij behorende opslaglocatie overgenomen met ingang van 5 februari 2018. Hiervoor ontving ForFarmers €5,65 miljoen.

De verkoop van deze (niet-veevoergerelateerde) akkerbouwactiviteiten past geheel in de strategie van ForFarmers, die zich specifiek richt op de Total Feed-aanpak voor veehouders. ForFarmers blijft zaaizaden, meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen aan klanten verkopen voor de teelt van ruwvoer op het boerenerf. Deze ruwvoeractiviteiten vormen een belangrijk onderdeel van de Total Feed-benadering en waren daarom ook geen onderdeel van deze verkoop.

De in 2017 aangekondigde strategische samenwerking tussen ForFarmers Nederland en Baks is met ingang van 1 februari 2018 gestart. Deze samenwerking betekent dat ForFarmers Nederland de verkoopactiviteiten van vochtrijke voedermiddelen voor de varkenshouderij (met name wei-producten), en daarmee de betreffende klantenportefeuille, van Baks Agri Foods heeft overgenomen. Baks Logistiek heeft daarentegen de logistieke activiteiten (inclusief bijbehorend wagenpark en de chauffeurs) voor deze productstroom overgenomen van FF Logistics, dochteronderneming van ForFarmers Nederland.

Op 20 februari 2018 maakte ForFarmers bekend dat de Onderneming een overeenkomst heeft gesloten met de eigenaren van het Poolse bedrijf Tasomix om 60% van hun aandelen over te nemen. Tasomix is een groot, innovatief veevoerbedrijf dat voornamelijk actief is in de pluimveesector. Met deze transactie wordt ForFarmers actief in vijf landen en versterkt ze haar positie als marktleider op de Europese voermarkt. Deze stap is in lijn met de ForFarmers Horizon 2020-strategie om zowel autonoom als door overnames te groeien binnen Europa en de omringende regio’s. Via Tasomix heeft ForFarmers toegang tot een Europese markt met een bovengemiddelde groei in de attractieve pluimveesector. Polen heeft zich de laatste jaren ontwikkeld tot de grootste vleeskuikenproducent in Europa; het bedient de lokale markt en exporteert voornamelijk naar EU-landen.

Door deze transactie verkrijgt ForFarmers een 60% aandeel in een bedrijf met twee operationele productielocaties, met een gezamenlijke capaciteit van circa 450k ton, en één nieuwe fabriek die momenteel in aanbouw is met een maximale capaciteit van ongeveer 350k ton. Tasomix produceert voornamelijk voer voor pluimveehouders, maar richt zich ook op rundvee- en varkenshouders. De voerfabriek die nu in aanbouw is in Pionki (circa 110 km ten zuiden van Warschau), zal volgens planning later dit jaar open gaan. Het is de bedoeling dat deze fabriek voer gaat produceren voor een specifieke pluimvee-integratie, waaraan de eigenaren van Tasomix gelieerd zijn. Met deze integratie is een leveringscontract gesloten. Daarnaast zal de fabriek in Pionki zich richten op de vrije markt voor pluimvee-, varkens- en rundveehouders.

Tasomix heeft in 2016 395k ton voer verkocht, dat in de twee operationele fabrieken is geproduceerd, en heeft daarmee een omzet behaald van PLN 429 miljoen (op dit moment ongeveer €103 miljoen) en een genormaliseerde EBITDA van ongeveer PLN 34 miljoen (op dit moment ongeveer €8 miljoen). Tasomix heeft 180 medewerkers. Uitgaande van deze resultaten neemt Tasomix momenteel de 4e plaats in binnen de Poolse diervoedermarkt. Bij het afronden van de transactie zal ForFarmers een eerste betaling voldoen van PLN 234 miljoen (op dit moment ongeveer €56 miljoen) in contanten en zal zij 60% van de aandelen verkrijgen. De tweede betaling, die volgt in 2021, is afhankelijk van het behalen van omschreven doelen met betrekking tot de toekomstige bedrijfsresultaten van de fabriek in Pionki. De overeenkomst biedt ForFarmers ook de mogelijkheid om na verloop van tijd de resterende aandelen te verkrijgen.
De overeenkomst zal naar verwachting binnen drie maanden worden afgerond, mits de Poolse mededingingsautoriteiten de vereiste goedkeuring geven.